• Kies een niet te krappe lepel met de passer (passer plaatsen buccaal van de 1.6), zodat alle elementen goed en met voldoende massa afdrukmateriaal afgedrukt kunnen worden;
• Vermeld het gekozen lepelnummer bij de patiënt gegevens (dit spaart tijd bij een volgende zitting);
• Gebruik voldoende adhesief, zodat het afdrukmateriaal goed vast blijft zitten in de lepel tijdens het uitnemen uit de mond;
• Het is raadzaam een alginaat te kiezen dat langer dan 24 uur vormstabiel is (bijv. Cavex impressional 2 dagen of Cavex Color Change 5 dagen). Dit in verband met de houdbaarheid van afdrukken. Ook kan er door het gebruik van alginaat mixers een constante kwaliteit verkregen worden;
• Controleer de gebruiksaanwijzing zeer zorgvuldig i.v.m. de juiste verwerking en uithardingstijd. Er is een groot verschil tussen de verschillende materialen;
• Uitharding in de mond is wezenlijk anders dan buiten de mond.
Problemen en hun mogelijke oorzaken:
• Luchtbellen in de afdruk op de outline:
- Niet goed spoelen van sulcus of niet goed droogblazen;
- Te kort uitharden van afdrukmateriaal.
• Vouwen (driehoekjes) in afdruk meestal linguaal, palatinaal of buccaal:
- Spuitmateriaal rond preparaties of elementen is al te veel
uitgehard voor het inbrengen van de lepel;
- Materiaal nog niet volledig uitgehard en lepel te vroeg
uit de mond genomen;
- Niet voorsmeren van alginaat over de elementen en palatum.
Pasvorm problemen kroon- en brugwerk, v.w.b. contactpunten en randaansluiting:
• Het gebruiken van een geperforeerde lepel waardoor de stuwdruk wegvalt.
• De lepel loslaten in de mond voor dat het afdrukmateriaal uitgehard is. De druk valt weg. Dit is ook belangrijk bij alginaten.
• Het niet gebruiken van adhesief (afdrukmateriaal en lepel komen van elkaar los tijdens het uitnemen van de lepel bij de patiënt). Gebruik altijd het adhesief dat hoort bij het afdrukmateriaal. Laat dit goed drogen voor het vullen van de lepel;
• Lepel niet volledig gevuld met afdrukmateriaal waardoor er geen stuwdruk is.
• Het niet goed spoelen van de sulcus (restanten hemostatica) of niet goed droogblazen van de sulcus;
• Tekort uitharden van het afdrukmateriaal.
Onnauwkeurige of onvolledige weergave occlusale vlakken in de afdruk en op model;
• Onvoldoende drukopbouw bij de afdruk door het gebruik van een geperforeerde lepel;
• Te dun vloeibaar aangemengd alginaat.